Inleiding
Elke maand spelen de media gretig in op de nieuwste faillissementscijfers. Het aantal faillissementen is dan ook een belangrijke indicator voor de gezondheid van de Belgische (en de lokale) economie. Niet alleen is het eventuele personeel een slachtoffer. Ook elk bedrijf dat samenwerkte, leverde aan of klant was van de failliete onderneming ondervindt schade.
Tijdens, maar ook na de crisis werden ondernemingen zwaar op de proef gesteld. Bedrijven die al problemen kenden, werden door de slabbakkende economie verder aangetast. Maar ook bedrijven die jaren stabiel draaiden, konden het plots niet meer trekken. Startende ondernemers die fors geïnvesteerd hadden in hun zaak slaagden er niet in de verhoopte omzetten te draaien. Die tijden zijn echter voorbij en we kunnen faillissementen al lang niet meer op de crisis afschuiven.
Als u zakendoet met andere bedrijven, dan komt het er nog altijd op aan om de verliezen door wanbetalingen en faillissementen zoveel mogelijk te beperken. De beste methode: voorspellen dat een onderneming in de problemen kan komen.
Moeilijk? Niet echt. Er zijn voldoende knipperlichten om op terug te vallen, al is het ene knipperlicht al belangrijker dan het andere. Over die knipperlichten en hun alarmwaarde leest u meer in de volgende weken.
“We kunnen faillissementen al lang niet meer op de crisis afschuiven.”
Toets de knipperlichten ook aan uw onderneming
Verschillende internationale studies tonen ondertussen aan dat bedrijven die naar het faillissement afglijden een vrij gelijklopend stramien volgen. Vaak jaren voor het faillissement vertonen die bedrijven al de eerste gebreken (soms zelfs extern waarneembare), die nadien bevestigd worden door fouten waar de buitenwereld niet meer naast kan kijken.
Verder in dit document bespreken we 10 knipperlichten die aantonen dat het de verkeerde kant opgaat met een onderneming. Treft u één van deze gebreken aan bij uw zakenpartners, dan laat u best een alarmbelletje rinkelen.
De knipperlichten zijn ook toepasbaar in uw eigen onderneming. Wanneer u zelf slecht scoort op een van deze indicatoren, dan is er werk aan de winkel. Extra werk. Anders zouden uw klanten, leveranciers en partners zich wel eens fundamentele vragen kunnen stellen over hun relatie met u. Gevolg: kredieten gaan op contant en dat bemoeilijkt dan weer de financiering van eventuele investeringsplannen.
“Bedrijven die naar het faillissement afglijden, volgen een vrij gelijklopend stramien.“
Check de 10 knipperlichten
De 10 knipperlichten leggen de zwakke financiële plekken en ingrijpende liquiditeitsproblemen van een onderneming bloot. Het zijn obstakels die een onderneming in de problemen brengen en uiteindelijk tot een faillissement kunnen leiden. Check regelmatig deze knipperlichten bij uw strategische partners. Springen ze op oranje, of erger nog, op rood, dan is het opletten geblazen.
Knipperlicht 1.
De rentabiliteit is twee jaar na elkaar negatief
Een bedrijf dat twee jaar na elkaar niet rendabel is en dus verlies optekent, zit in moeilijke papieren. Winsten zijn namelijk noodzakelijk om de verdere uitbouw of groei van de onderneming te ondersteunen en te garanderen. Stapelen de verliezen zich op, dan zal het moeilijker zijn om financiering te vinden en investeringen te realiseren.
0,89% van alle ondernemingen die twee jaar na elkaar een negatieve rentabiliteit vertoonden ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 2.
De schuldgraad is meer dan 100%
Dit knipperlicht duidt op een tekort aan netto bedrijfskapitaal. Het eigen vermogen is dus negatief. Deze ondernemingen dienen nieuwe rentabiliteit te creëren en hebben dringend nood aan vers kapitaal.
1,36% van alle ondernemingen waarvan de schuldgraad hoger ligt dan 100% ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 3.
Er zijn schulden bij de fiscus of de RSZ
Let op als de fiscus of de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid nog geld te goed heeft van de onderneming. Het wijst op ernstige moeilijkheden in de naleving van de sociale verplichtingen en de betaling van fiscale en parafiscale lasten. In vele gevallen volgt op de vermelde vervallen schuld een dagvaarding vanwege de RSZ-administratie.
2,04%van alle ondernemingen met schulden aan de fiscus of RSZ ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 4.
De liquiditeitsratio is kleiner dan 0,5
Het bedrag aan schulden op korte termijn wordt niet gedekt door bezittingen en inkomsten die het bedrijf op korte termijn te gelde kan maken. Analisten interpreteren dit traditioneel als het knipperlicht bij uitstek dat het slecht gaat met een bedrijf. Toch blijkt het in de praktijk nauwelijks relevant om een onderscheid te maken tussen goedlopende bedrijven en ondernemingen die failliet dreigen te gaan. Op korte termijn is het dan ook één van de minder relevante knipperlichten.
2,16%van alle ondernemingen waarvan de liquiditeitsratio kleiner is dan 0,5 ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 5.
Het eigen vermogen is kleiner dan 50% van het kapitaal
Het bedrag op de balanspost ‘eigen vermogen’ kalft af wanneer het bedrijf een paar jaar na elkaar geen of onvoldoende reserves en winsten kan overdragen naar het volgende boekjaar.
3,47% van alle ondernemingen waarvan het vermogen kleiner is dan 50% van het kapitaal ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 6.
Basis limietbedrag negatief
Vertrekkend van objectief feitenmateriaal berekent een kredietbureau (Graydon, Creditsafe, D&B,…) – op basis van een publiek beschikbare formule – een kredietadvies. Dit advies geeft aan hoeveel kapitaal een bedrijf op korte termijn kan vrijmaken om alle schulden aan leveranciers terug te betalen. Meestal zijn er geen actieve knipperlichten die een mogelijk debacle aantonen en komt het kredietadvies overeen met een welbepaald bedrag. Maar als dat bedrag zodanig klein is (minder dan 1.250 euro om ALLE leveranciers terug te betalen), dan wordt er gesproken van basis limietbedrag negatief. Deze melding komt ook voor bij ondernemingen waar geen negatieve kenmerken worden waargenomen. Nochtans heeft dit knipperlicht een duidelijke alarmwaarde.
5,15%van alle bedrijven die het knipperlicht basis limietbedrag negatief vertoonden ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 7.
Er is een dagvaarding van de RSZ
De dagvaardingen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid hebben meestal betrekking op schulden die niet ouder zijn dan zes maanden. Enige kanttekening: de RSZ-administratie aarzelt niet en dagvaardt regelmatig voor relatief kleine bedragen, verjaarde feiten en allerlei betwistingen. 11,24% van alle ondernemingen gedagvaard door de RSZ ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 8.
De bedrijfsleider was eerder betrokken bij een faillissement
Is één van de bedrijfsleiders de voorbije vijf jaar betrokken geweest bij een ander faillissement, eveneens in zijn hoedanigheid van bedrijfsleider? Dan dient u extra op te letten. In de praktijk blijkt dat een faillissement een sneeuwbaleffect kan veroorzaken. Zo worden andere bedrijven waar de persoon ook mandaten heeft vaak meegesleurd.
17,54% van alle ondernemingen met een bedrijfsleider die eerder betrokken was bij een faillissement ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 9.
Er is een voorlopige bewindvoerder aangesteld
De rechtbank kan een voorlopig bewindvoerder aanstellen wanneer een onderneming in moeilijkheden verkeert. Zo ontneemt ze (tijdelijk) de bevoegdheden van de bedrijfsleiding. De aangestelde bewindvoerder neemt de leiding van de onderneming over en dient meteen het faillissement aan te vragen als dat nodig is. Als de rechtbank binnen de vier maanden geen faillissement uitspreekt, dan vervalt het voorlopig bewind.
32,15% van alle ondernemingen waar een voorlopig bewindvoerder werd aangesteld ging in 2018 failliet.
Knipperlicht 10.
De jaarrekening werd 2 jaar niet gepubliceerd
Wanneer het niet goed gaat met een onderneming, dan zijn er meestal ook boekhoudkundige problemen. Of ze probeert haar financiële situatie geheim te houden. De jaarrekeningen niet publiceren is een veelgebruikt, maar onwettig trucje om financiële problemen te verdoezelen. Volgens de wet is er voldoende reden om een publicatieplichtige vennootschap via gerechtelijke weg te ontbinden als ze gedurende 36 maanden geen jaarrekening publiceerde. Om een faillissement te voorspellen is het voldoende om 24 maanden terug te tellen.
32,47van alle ondernemingen die gedurende 24 maanden geen jaarrekeningen publiceerden, ging in 2018 failliet.
Conclusie
In vergelijking met de voorbije jaren zult u opmerken dat in dit overzicht het knipperlicht van de geprotesteerde wissel niet langer opgenomen is. Om de eenvoudige reden dat deze gegevens niet meer openbaar beschikbaar zijn. Absurd, want een onbetaalde wissel kon u in een b2b-sfeer beschouwen als de ultieme woordbreuk.
Net daarom werd de wissel algemeen aanvaard als een uiterst betrouwbaar instrument. De wissel maakte het mogelijk om toch zaken te doen (en betaaluitstel te verlenen) met bedrijven met een twijfelachtige kredietwaardigheid. Dat de gegevens niet meer publiek toegankelijk zijn, doet de facto de grote mate van zekerheid teniet die de wissel als betaalinstrument bood.
De laatste Gezondheidsbarometer stelde nog vast dat liefst 15,15% van alle ondernemingen die met geprotesteerde wissels kampten in 2016 failliet gingen. Daarnaast moet u vaststellen dat de financiële ratio’s niet alles verklappen. Een analyse van de jaarrekening heeft zeker zijn waarde om de financiële gezondheid van een onderneming van naderbij te bekijken. Maar het is absoluut onvoldoende om uw beslissingen enkel en alleen te baseren op cijfers uit de jaarrekening.
Besef immers dat de gegevens uit de jaarrekening minstens enkele maanden oud zijn. Bovendien is de balans vaak een gemanipuleerde momentopname, opgesteld vanuit fiscaal oogpunt. Om slechte resultaten te verdoezelen komen cijfers niet altijd overeen met de realiteit. Fiscaal gekleurde gegevens, boekhoudkundige handigheidjes, een verborgen agenda, … De kloof tussen de informatie die leveranciers en analisten graag ter beschikking zouden hebben en de informatie die het bedrijf daadwerkelijk rapporteert is groot. Het feit dat niet alles even objectief en volledig bekend gemaakt wordt, zorgt vaak voor een vertekend beeld. In die zin is het moeilijk om de financiële gezondheid van een bedrijf juist in te schatten.
Het betekent dat niet elk knipperlicht dezelfde alarmwaarde heeft. Uit onderzoek blijkt zelfs dat de puur financiële knipperlichten op basis van de jaarrekeninganalyse het zwakst scoren. Dan zijn er andere knipperlichten, gebaseerd op feiten, die zwaarder doorwegen:
- Scores die berekend worden op basis van waarnemingen inzake sociale verplichtingen
- Het feit dat bedrijfsleiders eerder betrokken waren in een ander faillissement
- De vaststelling dat een jaarrekening met beduidende vertraging wordt gepubliceerd
In 2018 klokte het aantal vennootschappen met knipperlichten af op 163.017 ondernemingen ofwel 29,83% van de actieve populatie. Dit betekent concreet dat nog steeds 1 op 3,3 van de actieve vennootschappen minimaal met één alarmknipperlicht opgezadeld zit. Neemt u het risico om blindelings in zee te gaan met hen en uw eigen toekomst te hypothekeren?
Maar draai de cijfers eens om en bekijkt het ook positief. Bijna twee derde van de Belgische bedrijven vertoont geen knipperlichten. Zij hebben hun zaakjes wel op orde en verdienen uw vertrouwen. Benader in eerste instantie dat segment als u nieuwe klanten zoekt.
U zal overigens merken dat gezonde bedrijven correcter betalen en niet zo snel van leverancier veranderen als ze er tevreden over zijn. Bovendien genereren ze veel minder klachten en in die zin kosten ze u ook minder tijd en energie.
Bron: Graydon Belgium