Een klant moet uw factuur nog betalen, maar gaat korte tijd later failliet. Dikwijls zal u die centen niet meer zien, maar dat is niet altijd zo. In sommige gevallen staat u immers eerst in de rij, vóór de bank en de fiscus. Wanneer is dat zo?

Een klant die failliet is

Het is niet waar hé… U heeft geleverd bij een klant, maar uw factuur blijft onbetaald. Inmiddels blijkt echter dat die klant failliet ging. Dat is dan een streep door uw rekening. Meestal is er bij zo’n faillissement immers niet veel meer te rapen…

Dan toch maar een aangifte doen? Ja, dat is sowieso het beste. U heeft in principe immers nog geld tegoed, dus u moet dan een zgn. aangifte van schuldvordering doen. Als vennootschap moet u zo’n aangifte digitaal doen via http://www.regsol.be . Als eenmanszaak heeft u de keuze en blijft ook een papieren aangifte mogelijk. Neem daarvoor contact op met de curator.

Zelfs al weet u zo goed als zeker dat uw factuur niet betaald zal worden, toch blijft een aangifte aangewezen. De curator zal dan immers attesteren dat “er niets overbleef voor u”. Dat attest heeft uw boekhouder nodig om te vermijden dat u belast wordt op die factuur.

Soms kunt u toch uw centen zien…

Als garagist of onbetaalde verkoper. 

Als u goederen verkocht heeft aan het intussen failliete bedrijf en die nog niet betaald zijn, dan heeft u een voorrecht op de opbrengst van die goederen. U heeft dan daarvoor voorrang op andere schuldeisers (art. 20, 5° Hypotheekwet) . Dat geldt ook wanneer u als garagist of carrossier een voertuig hersteld heeft (art. 20, 4° Hypotheekwet).

Concreet. Stel dat u een kopieertoestel verkocht heeft aan een bedrijf dat daarna failliet gaat, dan heeft u voorrang op de opbrengst van dat toestel bij de verkoop ervan.

Had u als verkoper een zgn. eigendomsvoorbehoud bedongen in uw algemene voorwaarden, dan kunt u bovendien een teruggave van de door u geleverde goederen vragen. Dat moet u dan wel snel genoeg doen, rechtstreeks bij de curator en het kan bv. gewoon via aangetekende brief.

Levering aan bedrijf in moeilijkheden. 

Had uw klant vóór het faillissement een gerechtelijke reorganisatie (‘WCO’) aangevraagd en heeft u in die periode goederen of diensten geleverd, dan gaat het om een boedelschuld die bij voorrang betaald wordt. Ook dat feit wordt bij de aangifte van schuldvordering het best wel vermeld.

Let op!  Vaak krijgt u niet alles terugbetaald. Levert u aan een klant die zich in een WCO-situatie bevindt, dan vraagt u dus toch wel het best dat hij u direct cash betaalt.

Voorrecht voor verhuurders. Als verhuurder heeft u een voorrecht voor de betaling van de huur, huurschade, … op de opbrengst van de inboedel, bv. meubels en machines die nog in het verhuurde pand staan (art. 20, 1° Hypotheekwet).

Voorrecht voor wie beslag liet leggen. Heeft u nog voor het faillissement bewarend of uitvoerend beslag laten leggen? Dan krijgt u een voorrecht voor de terugbetaling van de gerechtskosten die u daarvoor maakte (art. 19, 1° Hypotheekwet).

In die gevallen staat u als eerste in de rij. Ja, en de kans is dus groter dat u (een deel van) uw centen ziet. Heeft u zo’n ‘voorrecht’, dan kunt u immers eerst langs de kassa passeren vóór andere schuldeisers zoals de banken, zodat u wellicht wel nog (een deel van) uw factuur terugbetaald krijgt.

Vergeet dan ook niet om bij de aangifte van uw schuldvordering zo’n specifiek voorrecht in te roepen.

Wil jij ook een beter rendement?

Ben jij ook geïnteresseerd en wil jij sneller en efficiënter werken? Wil jij een klantenvriendelijke opvolging van je debiteuren?

Ben je financieel directeur en wens je de DSO te verlagen of de liquiditeit en de cashflow te verbeteren?

Een vraag?

Zit je met een vraag of vind je niet wat je zoekt? Aarzel niet om een vraag te stellen.