In de maand april werden 968 faillissementen uitgesproken. Een stijging met maar liefst 12% ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Na vier maanden klokt de stijging af op bijna 4%. Het is vooral de nieuwe insolventiewetgeving, die nu een jaar van kracht is, die hiervoor aan de basis ligt.
De stijging van het aantal faillissementen is in belangrijke mate toe te schrijven aan vzw’s en vrije beroepen. Deze twee groepen worden sinds de invoering van de nieuwe insolventiewet ook als ondernemingen beschouwd. De stijging van april is voelbaar in alle gewesten. Alleen het Brusselse gewest kende over vier maanden – na de bijzonder hoge cijfers van 2018 – een flinke daling.
De horecasector blijft hofleverancier van het aantal falingen. Ook daar blijft een stijging zich doorzetten, al gaat het vooral om kleinere zaken, met beperkte bediening en dat vertaalt zich ook in beperkt aantal jobs die verloren gaan. In de bouwsector zien we een omgekeerd fenomeen. Het aantal uitspraken daalde, maar het aantal verloren banen ging omhoog. Nog een opvallende vaststelling: het aandeel van de groep ondernemingen ouder dan 25 jaar dat failliet gaat, wordt steeds groter.
Cfr. Graydon