Anders dan de tegengestelde beweging die we in onze buurlanden opmerken, nemen we in België een duidelijke stijging van het aantal faillissementen waar. Verkeert België in een soort van crisis? Is ons land de voorloper van een wereldwijde recessie? België kan groots zijn in kleine dingen, maar toch …
Bij een stijging van het aantal faillissementen denken we natuurlijk onmiddellijk dat het een gevolg is van een zwakke conjunctuur. Maar als we dat moeten geloven, dan roepen verschillende belangenorganisaties morgen om extra steunmaatregelen, verlangt iedereen nieuwe acties van de overheid – al dan niet in lopende zaken – of reageert de overheid zelf panisch en voorbarig.
De stijging van het aantal faillissementen die we nu waarnemen heeft wellicht voor het eerst niets te maken met conjuncturele evoluties. Noch is er een evenredig verband met het stijgend aantal ondernemingen. Het is dus niet juist om te concluderen dat er meer faillissementen zijn, gewoon omdat er meer nieuwe ondernemingen worden opgericht. Sterker zelfs, de huidige tendens toont aan dat de wetgever goed werk levert. Dus: It’s not the economy, stupid. It’s the law!
Wetswijzigingen
In de achtergrondstudie bij de stijging van het aantal faillissementen zult u vaststellen dat de huidige tendens perfect te verklaren is.
We moeten de toename vooral zoeken bij een aantal wetswijzigingen die de afgelopen jaren in werking zijn getreden. Het gaat onder andere om de nieuwe wet voor vennootschappen en verenigingen per 1 mei 2019, maar vooral de insolventiewet (boek XX) van 1 mei 2018 én de wet op spookbedrijven van 12 juni 2017. Komt daarbij dat enkele rechtbanken duidelijke inspanningen doen om paal en perk te stellen aan bepaalde vormen van fraude.
In hoofdzaak zijn er nu meer faillissementen omdat sinds afgelopen jaar ook vzw’s en advocaten failliet kunnen gaan. Vroeger was dat niet het geval, maar het is ongetwijfeld een goede zaak en een stap vooruit. Ook al stuwt deze ingreep de faillissementscijfers de hoogte in.
Moderne insolventiewetgeving
Een faillissement is voor de betrokkene allesbehalve een fijne gebeurtenis. Het soort gebeurtenis dat je niemand toewenst. Het is vaak het einde van een lang en onbarmhartig gevecht om te overleven. Maar bovenal: het is een eindpunt.
De tijd waar het faillissement rechtstreeks naar de schandpaal leidde, ligt nochtans ver achter ons. De moderne insolventiewetgeving voorziet mogelijkheden waarbij de falende ondernemer die ter goede trouw is de bladzijde kan omslaan. Hij krijgt de kans om rustig te bezinnen, te rouwen zelfs, om dan te kijken hoe hij – met de lessen die hij geleerd heeft als bagage – opnieuw en beter zijn droom kan verwezenlijken. Hoe hard het faillissement op het moment zelf ook aanvoelt, de moderne insolventiewetten hebben al menig hartfalen vermeden.
Niet elke advocaat rijdt immers met een Rolls, niet elke vzw ontvangt subsidies die als manna uit de hemel neerdalen. Er zijn ook advocaten of architecten die zwarte sneeuw zien, die niet meer weten waar kruipen voor de schuldenberg die op hen afkomt. Idem trouwens voor de bestuurders van sommige vzw’s, die de zenuwinzinking nabij zijn. Ook zij krijgen voortaan eindelijk de kans om failliet te gaan. Of, als ze nog uitzicht hebben op redding zich te beroepen op de WCO. Ook zij kunnen vanaf nu paal en perk stellen aan de volgende uitbraak van maagzweren of erger. Een goede zaak dus.
Cfr. Eric Van den Broele – GRAYDON