Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) betreurt dat de Kamercommissie dit wetsvoorstel in snel tempo heeft goedgekeurd. Het VBO is van oordeel dat het wetsvoorstel zijn doel zal voorbijschieten en potentieel zelfs aanleiding zal zijn tot meer schuldopbouw.
Het voorstel verlengt immers de betaaltermijn voor de consument. De praktijk leert dat dat in de meeste gevallen eerder leidt tot schuldopbouwdan tot schuldafbouw. Bovendien houden de indieners geen rekening met de economische en financiële realiteit van kleine, middelgrote en grote ondernemingen. Enerzijds gaat het om een administratieve last. Ondernemingen zullen hun algemene voorwaarden moeten herzien en voor elke factuur een individueel invorderingstraject met een eigen tijdslijn moeten volgen. Anderzijds zullen ondernemingen langer op betalingen moeten wachten. Dat dreigt tot liquiditeitsproblemen en zelfs tot een faillissement te leiden.
Daar komt nog bij dat het erop lijkt dat het wetsvoorstel tot gevolg zal hebben dat ondernemingen hun retentierecht (het recht om de levering/teruggave uit te stellen totdat de consument betaalt) niet langer zullen kunnen uitoefenen. Ondernemingen raken met dit wetsvoorstel dus elk drukkingsmiddel ten opzichte van wanbetalers kwijt. Tot slot houdt het voorstel evenmin rekening met de reeds bestaande wetgeving in verschillende sectoren zoals energie en telecom.
Inhoud van het voorstel
Het wetsvoorstel voorziet in een minimale betalingstermijn van 20 kalenderdagen. Een onderneming met facturatieplicht kan dus niet geldig in haar contractvoorwaarden opnemen dat een consument zijn facturen contant moet betalen. Als de consument de factuur na 20 dagen niet betaalt, moet de onderneming een kosteloze betalingsherinnering sturen met een gedetailleerde verplichte inhoud. Ten vroegste 10 dagen na de verzending van die herinnering mag het bedrijf kosten aanrekenen wegens laattijdige betaling. De kosten en verwijlinteresten zijn bovendien geplafonneerd.
Het VBO vraagt dan ook met aandrang aan het parlement om op zijn stappen terug te keren en het wetsvoorstel niet overhaast goed te keuren tijdens de plenaire vergadering. Er werd geen degelijke impactanalyse gemaakt en geen advies gevraagd van de Raad van State. De problematiek van de schuldopbouw verdient een grondiger debat en een diepgaandere aanpak. Dit wetsvoorstel pakt immers enkel de symptomen aan, niet de oorzaak.